“De Wilde Clubs”
Al in de beginjaren van de vorige eeuw werd er in Tubbergen in clubverband gevoetbald. Het waren veelal buurtverenigingen, zogenaamde “wilde clubs”, zonder een gestructureerde organisatie, laat staan dat ze waren aangesloten bij een overkoepelende bond. In 1921 werd in Tubbergen voor het eerst een officiële voetbalvereniging opgericht die de naam kreeg van de grote zoon: “Dr. Schaepman”. Onder verantwoordelijkheid van de R.K.U.V.B. (Rooms Katholieke Utrechtse Voetbal Bond) werd in de seizoenen 1921/1922 en 1922/1923 aan de Twentse competitie deelgenomen. In het laatste seizoen werd het kampioenschap behaald, echter door gebrek aan spelers werd de vereniging in 1923 opgeheven.

De oprichting
In 1928 werd opnieuw een poging ondernomen om tot georganiseerd voetbal te komen. Mannen die aan de wieg stonden waren: T. Oostendorp, G. Mensink, J. Derksen, A. Asbreuk en G. Stopel. Liefst drie van de oprichters waren kleermaker in Tubbergen. Het was dan ook geen wonder dat de spelers wat kleding betreft altijd goed voor de dag kwamen. Op 23 mei van dat jaar zag de club het levenslicht en kreeg de naam Tubbergse Voetbal Club, met in de afkorting het oprichtingsjaar (T.V.C. ’28). Omdat TVC’28 de eerste club was in de gemeente Tubbergen kwamen, speelden verschillende jongelui uit andere kerkdorpen bij de club.

‘De Wei’
Het eerste speelveld, nou ja speelveld, het was een wei waar schapen en koeien graasden, lag aan de weg naar Reutum, in die tijd Reutummerdijk geheten, achter de boerderij met het café van de familie ter Heijne (Peulk’n Bets). De spelers kleedden zich om op de deel van de boerderij en de scheidsrechter in één van de slaapkamers. Een van de anekdotes uit die tijd was dat een scheidsrechter zich via het raam van de slaapkamer uit de voeten maakte. Zijn kwaliteiten werden door de spelers van TVC’28 in twijfel betrokken en die maakten dat kenbaar door de woorden “loat ém d’r me’r eens oetkomm’n, dan zöl we um eens ’n luk op ’n balg gev’n”. De leidsman nam geen enkel risico en vluchtte via het slaapkamerraam.

De mannen van het eerste uur
Bekende voetballers uit die tijd waren Bernard ter Heijne, Jan Borggreve, Gerard, Harrie, Bennie, Johan, Jan en Wim Brokelman, Ep Handlogten, Jan, Gerard, Herman en Frans Stopel, Bernard Pinners, Hendrik Waayer, Jan Asbreuk, Harm de Boer, Bertus Derksen, Johan Roelofs, Jo Fortkamp en de gebroeders Jan en Gerard Mensink. Met name de families Brokelman en Stopel waren dus ruim vertegenwoordigd. In de beginjaren werd de vereniging geleid door Willem ten Pas als voorzitter, Willem Essink, Oostendorp, Bernhard Wortelboer, Frans Lenferink, Jan Hulshof en meester Schepers. Kapelaan Hulshof was de geestelijk adviseur van de verenging.

De voetbalbond
TVC’28 sloot zich aan bij na de oprichting aan bij de R.K.U.V.B. en werd ingedeeld in de tweede klasse. Het waren in die tijd vooral de plattelandsverenigingen die aansluiting zochten bij de R.K.U.V.B. vanwege de katholieke grondslag van de verenigingen. De Twentsche Voetbal Bond bestond in die jaren ook wel, maar kreeg onder meer door toedoen van de geestelijken in de kleinere dorpen geen voet aan vaste wal, mede omdat de TVB niet kon garanderen dat de wedstrijden pas na 12.00 uur konden beginnen. Verenigingen in die tijd waren PH, NEO, EMOS, Vosta, Quick20 en Achilles.

Oprichting van de buurtverenigingen
Door de oprichting van andere clubs als Stevo uit Geesteren, de Tukkers uit Albergen en MVV29 uit Harbrinkhoek werd het ledental minder en nam de kwaliteit af. TVC28 moest daarom in het seizoen 1937/1938 de gang naar de 3e klasse maken, onder meer omdat men – vanwege het niet op komen dagen – liefst zes punten in mindering kreeg.

De oorlogsjaren
Na de fusie van enkele voetbalbonden in 1940 maakte TVC28 deel uit van de Twentsche Voetbal Bond en werd ingedeeld in de 2e klasse. Vanwege de oorlogsjaren was er sprake van een noodcompetitie. In die tijd werd gespeeld op het terrein dat aan de Binnenveldweg lag, op het terrein van de Knoef Gait (de familie Asbreuk). Een sportief hoogtepunt in die jaren was het kampioenschap in het seizoen 1946/1947 en promotie naar de 1e klasse TVB. De wedstrijd werd in die tijd al rechtstreeks uitgezonden op de radio, weliswaar illegaal, maar toch. De dag na de wedstrijd kreeg de eigenaar van de illegale zender van de plaatselijke Hermandad complimenten voor het verslag, maar tevens de waarschuwing dat het wel afgelopen moest zijn.